, [], Whether we ought to love sinners out of charity?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarom zegt de HEERE alzo: Zo gij zult [61]wederkeren, zo zal Ik u doen [62]wederkeren; gij zult voor Mijn aangezicht [63]staan; en zo gij [64]het kostelijke van het snode uittrekt, zult gij als Mijn [65]mond zijn; [66]laat hen tot u wederkeren, maar gij zult tot hen niet [67]wederkeren. 61. Van deze onverduldigheid en murmureringen, [waarvan in het voorgaande] zulks dat ze u van uw plicht en ambt niet afrukken. 62. Dat is, u opnieuw herstellen en bevestigen in uw profetischen dienst. Anders: zo gij u wenden zult waarheen Ik u wend; dat is, mijne bevelen getrouwelijk verrichte, zo zult gij enz. 63. Dat is, mij dienen, mijn knecht en profeet zijn en blijven. Zie 1 Kon.17:1, en 1 Kon.18:15, en Deut.10:8. 64. Of, den kostelijke van den snode; dat is, de godzaligen [die voor mij zeer dierbaar zijn] onderscheidt van de goddelozen, hun beiden onderscheidenlijk en vrijmoediglijk aanzeggende wat Ik u belast. Sommigen verstaan hier het onderscheiden van ware en valse leer, profetie, vertroosting, enz. Het schijnt een gelijkenis te zijn, genomen van het werk der goudsmeden. Vergelijk boven hfdst.6 vs.29, en zie ook Ps.12:7. 65. Vergelijk boven hfdst.1 vs.9, dat is, mijn rechte profeet en tolk. 66. Of, zij zullen tot u wederkeren, raad en troost bij u zoekende. Zie onder hfdst.37 vs.3. 67. Dat gij door kleinhartigheid of menselijke vrees zoudt bezwijken, hun in hunne boosheid toegeven, voegen of bijvallen; idem, raad en troost van hen zoeken.